De Wetgeving (informatie van de Rijksoverheid)
Boek 1. Personen- en familierechtTitel 19. Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigenArtikel 4311.Indien een meerderjarige als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen, kan de kantonrechter een bewind instellen over één of meer van de goederen, die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren. Onder aan de meerderjarige toebehorende goederen zijn in deze titel begrepen goederen die behoren tot zijn huwelijksgemeenschap of gemeenschap van geregistreerd partnerschap en die niet uitsluitend onder het bestuur van zijn echtgenoot dan wel geregistreerd partner staan. 2.Indien te verwachten is dat een minderjarige op het tijdstip waarop hij meerderjarig zal worden, in de in het vorige lid bedoelde toestand zal verkeren, kan het bewind reeds voor de meerderjarigheid worden ingesteld. 3.De rechter bij wie een verzoek tot het verlenen van een voorlopige of voorwaardelijke machtiging, een observatiemachtiging of een machtiging tot voortgezet verblijf als bedoeld in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen , dan wel een machtiging als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die wet aanhangig is, is tevens bevoegd tot de kennisneming van een verzoek tot instelling van het bewind.
Verzoek onderbewindstelling door uzelf of familie;
U kunt onderbewindstelling voor uzelf aanvragen of voor een familielid tot in de vierde graad. Familie tot in de vierde graad zijn (groot)ouders, (klein)kinderen, broers en zussen, ooms en tantes.
Kosten aanvraag onderbewindstelling;
Voor de behandeling van uw aanvraag moet u griffierecht betalen (€ 78,00). Dit is een bijdrage in de kosten voor de rechtspraak. Doet u het verzoek niet voor uzelf, dan kunt u aan de rechter vragen of de kosten in rekening kunnen worden gebracht bij degene voor wie u bewind aanvraagt. Heeft u een laag inkomen, dan komt u mogelijk in aanmerking voor vermindering van de griffiekosten. U heeft hiervoor een inkomensverklaring nodig van de Raad voor Rechtsbijstand. Aanvraagformulier en mee te sturen stukken;
Op de website rechtspraak.nl vindt u een aanvraagformulier voor onderbewindstelling. Het formulier is ook op te vragen bij de rechtbank. Met uw verzoek moet u de volgende stukken meesturen:
- Een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) van de persoon voor wie u de maatregel aanvraagt.
- Als u zelf geen bewindvoerder wilt worden, een verklaring van de voorgestelde bewindvoerder waarin hij duidelijk maakt dat hij de taak van bewindvoerder wil vervullen.
- Een verklaring van de familie in de eerste graad (ouders, kinderen) of tweede graad (broers, zussen, grootouders, kleinkinderen) waaruit blijkt dat zij akkoord gaan met het verzoek en met de voorgestelde bewindvoerder. Zo'n verklaring hoeft u niet mee te sturen als de familie tijdens de hoorzitting aanwezig is. Als u vermindering van de griffiekosten wilt, een inkomensverklaring van de Raad voor Rechtsbijstand. Als het mogelijk is, een medische verklaring waaruit blijkt dat de toestand van de betrokkene zodanig is dat onderbewindstelling noodzakelijk is. De medische verklaring is een hulpmiddel voor de rechter die over het verzoek tot onderbewindstelling moet beslissen. De medische verklaring moet bij voorkeur worden afgegeven door een onafhankelijke arts.
Hoorzitting bij de rechter;
Als het verzoek bij de rechtbank is ontvangen, houdt de rechter een hoorzitting. Hij vraagt de mening van de partner en de familieleden van de persoon voor wie de maatregel is aangevraagd. Ook de mening van de betrokkene zelf wordt gevraagd. De rechter heeft echter geen toestemming van hem nodig. De rechter kan de maatregel instellen zonder zijn instemming, maar hij houdt in zijn afweging wel rekening met de bezwaren van de betrokkene.
Aanwezigheid op de hoorzitting;
Als de betrokkene niet zelf op de zitting kan verschijnen omdat hij in een instelling verblijft, kan de rechter naar deze instelling gaan. Familieleden die schriftelijk hebben verklaard dat zij met de maatregel instemmen, worden meestal niet voor de zitting opgeroepen. Dit geldt ook voor de bewindvoerder als hij schriftelijk verklaard heeft de taak te willen vervullen.